Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u mijn antwoorden op de vragen van de leden
Middendorp en Remco Dijkstra (beiden VVD) over de aanpassing van de
dienstregeling van het treinverkeer in het Rivierengebied (ingezonden 8
september 2017).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de aanpassingen in de voorgestelde
dienstregeling 2018 van het treinverkeer in het Rivierengebied, zoals gemeld in
het artikel van omroep Gelderland van 22 augustus 2017[1]?
Antwoord 1
Ja.
NS is verantwoordelijk voor de dienstregeling en informeert
mij als concessieverlener regelmatig over de ontwikkelingen in de
dienstregeling.
Vraag 2
Klopt het dat reizigers via de stations Tiel en Geldermalsen
in de voorgestelde dienstregeling 2018 significant langer onderweg zijn en dat in
Tiel bijvoorbeeld de overstaptijd van de trein uit Arnhem op de trein naar
Utrecht van 4 naar 24 minuten gaat? Kunt u de redenen aangeven waarom de
dienstregeling zo is aangepast?
Antwoord 2
Ja, het klopt dat de nieuwe dienstregeling voor sommige
reizigers verslechteringen met zich meebrengt. De dienstregeling is altijd een
complexe puzzel waarin de belangen van alle reizigers en ook die van regionale overheden,
omwonenden, bedrijven en scholen worden meegewogen. Een verandering op de ene
plaats heeft bovendien vaak effecten ergens anders. Het streven van de onder
andere NS en ProRail is om zo groot mogelijke verbeteringen voor zo veel
mogelijk reizigers te realiseren met zo klein mogelijke verslechteringen voor
zo weinig mogelijk reizigers.
In juni 2017 heb ik u geïnformeerd over de stand van zaken
rond de dienstregeling 2018.[2] De belangrijkste wijziging
in deze dienstregeling van NS is de introductie van een hoogfrequente
treindienst op een van de drukste spoorverbindingen in het land: de corridor Amsterdam
– Utrecht - Den Bosch - Eindhoven. Hier gaat in beide richtingen elke tien
minuten een Intercity rijden, en daarnaast tijdens de spits in de spitsrichting
tussen Utrecht en Houten Castellum elke tien minuten een Sprinter. Deze hogere
frequenties zijn nodig om de vervoersgroei nu en in de toekomst op dit drukke
traject te kunnen verwerken en voldoende vervoercapaciteit aan te bieden. In
totaal profiteren hier vele tienduizenden reizigers per dag van. Helaas betekent
dit ook, ondanks intensief zoeken naar oplossingen, dat er voor een beperkte
groep reizigers langere overstaptijden ontstaan op de stations Tiel en
Geldermalsen.
Vraag 3
Kunt u aangeven welke gevolgen de voorgestelde
dienstregeling 2018 verder heeft voor reizigers uit het Rivierengebied die op
doorreis zijn naar hun werk of school in Utrecht of naar Den Bosch of verder?
Om hoeveel dagelijks reizende scholieren, studenten, werkende forenzen en
ouderen voor wie significante extra reistijd ontstaat en geen alternatief
hebben voor hun reizen gaat het per dag?
Antwoord 3
De nieuwe dienstregeling biedt een hogere frequentie voor
circa 40.000 Intercity-reizigers van en naar de Intercity-stations tussen
Amsterdam Centraal en Eindhoven. Daarnaast zitten de reizigers op dit traject
in minder drukke treinen en hebben meer kans op een zitplaats. In Geldermalsen
zijn er bovendien ongeveer 500 reizigers per dag (heen en terug, beide
richtingen samen op een gemiddelde werkdag) voor wie de aansluiting vanuit Tiel
richting Den Bosch beter wordt, waardoor de reistijd met
16 respectievelijk 15 minuten (afhankelijk van de richting) afneemt.
Helaas betekent dit dat er in Tiel ongeveer 200 reizigers per dag (heen en
terug, beide richtingen samen op een gemiddelde werkdag) te maken krijgen met
een slechtere aansluiting, waardoor de reistijd met 18 respectievelijk 19
(afhankelijk van de richting) minuten toeneemt. Een deel van de reizigers stapt
zowel in Tiel als Geldermalsen over en heeft per saldo ongeveer een even lange
reistijd.
Vraag 4
Hoe zijn deze belangen van inwoners van het Rivierengebied
gewogen bij het maken van de dienstregeling 2018 en welke mate van inspraak of
overleg is er geweest?
Antwoord 4
NS heeft in januari 2017 in regulier overleg met de
provincie Gelderland en regionale vervoerders de ontwikkelingen rond de
dienstregeling in het Rivierengebied besproken. Vervolgens heeft NS in
februari, juli en september met de Provincie, vervoerders, de gemeente Tiel, de
regio Rivierenland en consumentenorganisaties vertegenwoordigd in het ROCOV
gesproken over alle wensen, (on)mogelijkheden en zoekrichtingen met betrekking
tot de nieuwe dienstregeling.
Vraag 5
Hoe verhouden de voorgestelde veranderingen in de
dienstregeling zich tot de afspraken die zijn gemaakt met NS in zijn concessie
en onder welke voorwaarden mag NS overgaan tot een verslechtering van een
bepaalde dienstregeling?
Antwoord 5
De dienstregeling moet altijd voldoen aan de voorschriften
in de vervoerconcessie over zaken als het minimum bedieningsniveau, het
zorgvuldig overleggen en het transparant onderbouwen van keuzes. De
voorgestelde veranderingen voldoen hieraan.
Het is niet de bedoeling dat de dienstregeling als geheel
verslechtert. Maar zoals gezegd kan een dienstregeling die per saldo verbetert,
voor sommige reizigers een verslechtering inhouden. Dit is niet in strijd met
de concessievoorschriften. Als geen enkele reiziger erop achteruit zou mogen
gaan, zou er niet of nauwelijks verbetering mogelijk zijn.
Vraag 6
Deelt u de mening dat NS, ingeval van ambities op het
hoofdrailnet, bij zijn afwegingen met betrekking tot een nieuwe dienstregeling die
schadelijke effecten hebben voor de regio moet proberen deze schade zoveel
mogelijk te minimaliseren? Hoe is dat in deze regio gegaan?
Antwoord 6
Ja, die mening deel ik. Dit gebeurt ook: zie de antwoorden 2,
4 en 8.
Vraag 7
In hoeverre speelt het treinvervoer op het traject
Tiel-Geldermalsen een rol om de Rijksweg A15 te ontlasten van personenverkeer?
Wat zijn de consequenties voor de drukte op de Rijksweg A15 van de voorgestelde
wijzigingen?
Antwoord 7
Gezien het beperkt aantal
reizigers dat nadeel ondervindt, het feit dat niet elke reiziger overstapt naar
de auto als er sprake is van een langere overstaptijd en gelet op het zeer
grote aantal auto’s per uur op de A15, is mijn inschatting dat dit effect
verwaarloosbaar is.
Vraag 8
Wanneer verwacht u de uitkomsten van de studie naar het
verbeteren van de aansluitingen in de nieuwe dienstregelingen in Tiel, Den
Bosch en Geldermalsen, zoals in uw brief over de dienstregeling NS 2017 en 2018
(Kamerstuk 29984, nr. 719) genoemd?
Antwoord 8
NS heeft in overleg met de betrokken vervoerder, decentrale
overheden en consumentenorganisaties intensief naar dit onderwerp gekeken. Partijen
hebben helaas geen goede oplossing gevonden voor de overstap in Tiel in de
dienstregeling 2018. NS heeft geconcludeerd dat er – gegeven de diverse
aansluitingen voor verschillende groepen reizigers op Tiel en Geldermalsen, de
inbedding in de dienstregeling tussen Den Bosch-Geldermalsen-Utrecht, en de
beschikbare infrastructuur – op dit moment geen andere mogelijkheden zijn. Wel heeft
NS met een kleine aanpassing ten opzichte van het oorspronkelijke ontwerp de
overstap in Geldermalsen vanuit Tiel richting Den Bosch kunnen verbeteren.
Vraag 9
In hoeverre zijn de implicaties van andere vervoerders
meegenomen in het maken van de afwegingen over de nieuwe dienstregeling van NS?
Is bekeken of de nieuwe dienstregeling ook van invloed is op bijvoorbeeld het
Arriva-traject tussen Arnhem en Tiel? Zo ja, waar bestaat die invloed uit?
Antwoord 9
Op basis van hun gewenste dienstregeling vragen alle
vervoerders capaciteit aan bij ProRail. Het is de verantwoordelijkheid van
ProRail om te bezien of de diverse aanvragen verenigbaar zijn en als dat niet
het geval is om keuzes te maken die leiden tot een zo goed mogelijke
dienstregeling op het spoor.
De vervoerconcessie voor het hoofdrailnet schrijft voor dat
NS moet overleggen met andere vervoerders. Dat heeft NS ook in dit geval
gedaan: zie de antwoorden 4 en 8.
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,
Sharon A.M. Dijksma